Spelverloop:
Er zijn verschillende manieren om te darten, maar de bekendste gaat als volgt: elke speler krijgt 501 punten (dit kan in andere varianten ook 301, 701 of zelfs 1001 zijn) die hij/zij moet wegspelen door om de beurt drie pijltjes te gooien. De speler moet precies op 0 uitkomen, de laatste beurt wordt niet meegerekend als het puntenaantal daarmee onder de 0 zou komen. De laatste pijl "moet" wel altijd een dubbel zijn (dus de buitenste ring of de Bull's eye). Diegene die als eerste op 0 uitkomt wint de game of leg. Meestal wint diegene die als eerste drie legs wint, de set, soms wordt ook gespeeld met het twee legs is 1 set principe. De uiteindelijke winnaar hangt af van de afspraak: bij bijvoorbeeld een best-of-9-sets wint de speler die het eerste vijf sets wint.
Een andere bekende spelvorm, en zeker voor beginners interessant, is tac-tics. Hierbij moet iedere speler proberen zo snel mogelijk de getallen 10 t/m 20 en de bull drie keer te raken (dicht gooien). Punten kunnen gescoord worden voor iedere keer dat een speler een getal raakt nadat hij/zij dit getal dicht heeft gegooid en de tegenstander nog niet. De winnaar is diegene die als eerste alle getallen heeft dichtgegooid en de meeste punten heeft (bij een gelijk aantal punten, wint diegene die alle getallen als eerste dicht heeft). Bij grotere groepen kan dit spel ook met teams worden gespeeld, van bijvoorbeeld 2 of meer personen, of zelfs met meerdere teams, hoewel dan de punten moeten worden vervangen door strafpunten.
Dan zijn er verder nog minder bekende spelsoorten die als oefening of gewoon voor de lol gebruikt worden, zoals: follow me (of big 6), killers, cricket (halveren),etc....
Dartpijlen.
De darts zijn de pijltjes waarmee op het dartbord gegooid wordt. Een setje darts bestaat uit drie pijlen, en elke pijl bestaat uit vier onderdelen (waarbij de punt officieel niet als los onderdeel wordt beschouwd).
- Punt (point)
- De punt of point is van metaal en zit vastgeklemd (deze kunnen ook ingeschroeft zijn in de barrel, waardoor de punten die het schroefgedeelte zit heen en weer kan blijven bewegen), in de barrel door een taps toelopend gat. Bij het soft-tip darts is de punt van plastic. Deze punten zijn door de gebruiker zelf te vervangen, omdat de plastic punten snel kunnen afbreken.
- Barrel
- De barrel is het onderdeel dat de darter vasthoudt en bepaalt het gewicht van de dart. Er bestaan verschillende soorten 'grips': van heel veel profiel naar glad. Ook in breedte en lengte variëren barrels, als ook in gebruikte materialen. Goedkopere barrels worden vervaardigd uit een legering met voornamelijk koper, in duurdere bestaan ze vooral uit nikkel en zilver, de duurste bestaan dan weer vooral uit maximaal 98% tungsten of wolfraam.
- Shaft
- De shaft is het onderdeel tussen de flight en de barrel. Deze wordt bevestigd met een schroefdraad of direct in de barrel geduwd. De lengte en het materiaal (meestal kunststof of aluminium) varieert. Sinds 2011 wordt er door een Nederlandse fabrikant D'art9 een combinatie van kevlar en carbon ( extreem licht en stevige materialen) toegepast bij het ontwikkelen van shafts. (om de kans op los lopen van de shaft van de barrel tegen te gaan kan men ook nog een klein rond o-ringetje over het schroefgedeelte plaatsen, hierdoor zit de shaft steviger in de barrel. het ligt een beetje aan het soort shaft waarmee de darter, het fijn vindt om te werpen, maar voor de meest standaard shafts zit er ook nog een klein spiraalveertje aan de boven zijde van de shaft, die er voor zorgt dat de 4 of 3 bekjes aan de bovenzijde waar de flight op geschoven wordt de bekjes dichter tegen elkaar drukt zodat de flight niet te snel van de shaft af komt als men de pijlen werpt)
- Flight
- De flight is de stabilisator van de dart. Flights variëren in lengte en breedte. Normaal gesproken heeft een flight vier vleugels, maar tegenwoordig zijn ze er ook met drie vleugels, de tri-fin. (doordat de darter de pijlen dusdanig werpt en daarbij de flight raakt van de vorige geworpen pijlen is er sinds een tijd een Flight Beschermer (Flight Protector) bedacht, die je boven op je flight aanbrengt, waardoor de schade van het boven op de vorige flights werpen daarmee verminderd kan worden). De dart mag niet zwaarder zijn dan 50 gram en niet langer zijn dan 30,5 centimeter. (Wanneer tijdens een wedstrijd de darts van een speler beschadigd of verloren geraken, heeft de speler maximaal 3 minuten de tijd voor reparatie of vervanging)
De baan
Voor een wedstrijdbaan is een minimale ruimte nodig met een lengte van 4 meter, een breedte van 3 meter en een hoogte van 3 meter. Thuis kan er ook met een kleinere ruimte worden volstaan. Het dartbord moet zo worden opgehangen dat het midden van het bord (de Bullseye) 1,73 meter (5 ft 8 in) boven de vloer hangt. De afstand van de werplijn (oche, uitspraak: 'okkie') tot de voorkant van het dartbord bedraagt 2,37 meter (7 ft 9¼ in). De oche moet minimaal 61 centimeter (2 ft) breed zijn en de hoogte bedraagt tussen de 3,8 en 6 centimeter. Ter controle van deze 2 afmetingen kan de diagonale lijn tussen het hart van het dartbord tot de oche gemeten worden. Deze behoort dan 2,934m te zijn. Naast het dartbord hangt vaak een scorebord. Verder moet er voldoende verlichting aanwezig zijn, zodanig dat er geen hinderlijke schaduw op het bord ontstaat als de darts in het bord zitten.
Het dartbord
Het wedstrijdbord dat tegenwoordig gebruikt wordt komt uit Londen. Het dartbord bestaat uit een ronde vezelplaat van 18 millimeter dik, waarop sisalvezelborsteltjes onder grote druk gelijmd en geperst worden. Het geheel wordt omlijst door een metalen band. Het bord wordt voorzien van een vakindeling door middel van verschillende kleuren. Vervolgens wordt er een metalen web op bevestigd dat diezelfde vakindeling heeft. De functie van dit web is er voor te zorgen dat altijd duidelijk is in welk vak een dart gegooid is. Op de buitenzijde wordt een metalen ring aangebracht waarop volgens de vakindeling bepaalde cijfers zijn bevestigd. Deze ring is los te maken, zodat de cijfers ten opzichte van het bord verschoven kunnen worden. Het is de bedoeling dat het vak (bed) 20 middenboven zit. Op deze 20 wordt normaal gesproken het meest gegooid. Hierdoor zal de bodemplaat dan ook in dit vak het eerste kapot gaan. Elke dart die gegooid wordt tast de vezeltjes van het bord aan. Door de lijmlaag valt het bord niet uit elkaar, maar na verloop van tijd wordt op bepaalde plaatsen een opeenhoping van vezeltjes zichtbaar, in de vorm van bulten. Om dit te voorkomen dient het bord om de zoveel tijd gedraaid te worden, zodat het cijfer twintig weer boven een nieuw, minder gehavend deel van het bord staat. De 20 staat wel altijd boven een zwart deel. Moderne sisalvezelborden moeten beslist niet worden natgemaakt zoals nog wel wordt gedacht.
Puntentelling
Het dartbord is verdeeld in ringen en sectoren. De getallen langs de rand geven het aantal punten aan voor een pijltje in de desbetreffende sector. Deze sectoren zijn onderverdeeld in nog een aantal kleinere vakken.
- In het midden is de double bull of bull's eye (rood), 50 punten
- Daaromheen de single Bull (groen), 25 punten.
- Daaromheen een brede ring, het bed (zwart en wit), waarvoor het aantal punten geldt dat op de rand van het bord staat.
- Daaromheen een smalle ring, de triple (of treble) ring (rood en groen). Deze levert drie maal het puntenaantal op.
- Daaromheen weer een bed.
- Daaromheen de double ring (rood en groen) met twee keer het aantal punten dat bij het betreffende vak staat.
Een dart in de buitenste zwarte rand (waar de cijfers staan) of naast het bord levert geen punten op. Een bouncer, een dart die van het bord terugkaatst, heeft geen score tot gevolg. daarnaast is er ook geen score, wanneer een dart na geworpen te zijn plots uit het bord valt voordat de speler in de gelegenheid was alle 3 zijn pijlen uit het bord te halen (let wel, dit wordt officieel geen bouncer genoemd). Als een speler een dart in één van zijn eerder gegooide darts gooit (een 'Robin Hood'), wordt de laatste van die twee darts wel gezien als zijnde 'geworpen', maar wordt er geen score aan die dart toegekend.